:28:00
Dat klopt niet.
- Hoe gaat 't vandaag, Mr. Huey ?
:28:04
Moeizaam, maar iemand
moet deze last toch dragen.
:28:14
Ik heb hulp nodig.
- Harder, graag.
:28:21
Er zit een meisje in een bus.
Dat is m'n dochter.
:28:26
Ik ben wat doof, ik ben
helemaal krakkemikkig.
:28:31
Dankzij het leger, de artillerie.
- Luister.
:28:36
Er waren een man en een vrouw in
het station, die namen haar mee.
:28:44
Ze wilden dat ik iets voor ze doe.
Ze is in gevaar.
:28:49
U bent zo klaar.
:29:04
Ik heb weinig tijd. Help me.
:29:12
Hij let op me.
- Wie ?
:29:16
Die man.
:29:19
Je kan het beste zulke goede
schoenen nemen. Onverslijtbaar.
:29:26
U bent een verstandig man.
Dat kost u twee dollar.
:29:39
Hebt u het niet kleiner ?
- Hou maar.
:29:43
Welke straat is dat ?
- Flower. U kan via de bar gaan.
:29:51
Doe me een plezier.
:29:55
Als me iets overkomt,
denk aan de bus.