Pocahontas
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:38:00
Een heel groot dorp.
-Hoe ziet 't eruit ?

:38:04
Er zijn straten vol rijtuigen,
en bruggen over de rivier.

:38:08
En gebouwen zo hoog als bomen.
:38:11
Kan ik die dingen eens zien ?
-Ja, we gaan ze hier bouwen.

:38:14
We laten zien hoe je alles
uit dit land kan halen.

:38:19
Er alles uit halen ?
:38:21
Met wegen en goede huizen...
-Onze huizen zijn prima.

:38:26
Dat denk je maar,
je weet niet beter.

:38:31
Wacht, begrijp me niet...
:38:36
Wacht. We kunnen
jullie zoveel leren.

:38:39
We helpen de wilden overal.
-Wilden ?

:38:43
Jij bent geen wilde.
-Maar m'n volk wel.

:38:47
Dat bedoel ik niet.
Ik leg het uit.

:38:49
Laat los.
-Ik laat je niet gaan.

:38:55
Doe dat nou niet.
:38:57
'Wilden' is maar een woord, weet je.
:39:00
Een term voor mensen
die onbeschaafd zijn.

:39:04
Zoals ik.
-Als ik onbeschaafd zeg...

:39:07
...bedoel ik...
:39:19
Je bedoelt:
Ze zijn niet zoals jij.

:39:22
je denkt dat ik een onwetende wilde
ben en jij bent overal geweest

:39:28
dus dan zal het wel zo zijn,
maar toch zie ik niet in

:39:33
dat ik hier de wilde ben
:39:36
hoe kan er nog zoveel zijn
waar jij niet van weet ?

:39:42
waar jij niet van weet ?
:39:56
je denkt dat het land waar je
aan wal gaat, jouw bezit is.


vorige.
volgende.