:48:04
	Ga jij dan naar huis ?
-Ik heb weinig om naar terug te gaan.
:48:09
	Ik hoor eigenlijk nergens thuis.
-Je kan hier thuishoren.
:48:23
	Wat was dat ?
-Zag je iets ?
:48:26
	Nee, nee, ik dacht dat ik...
:48:29
	Ik heb niets gezien. Of wel ?
:48:32
	Kijk nog eens.
:48:35
	laat het je overspoelen
zoals een golf het strand overspoelt
:48:44
	Hallo, John Smith.
-Pocahontas...
:48:48
	...die boom praat tegen me.
-Zeg wat terug.
:48:51
	Wees niet bang, jongeman.
Blaffende bomen bijten niet.
:48:58
	Zeg dan iets.
-Wat zeg je tegen 'n boom ?
:49:01
	Wat je maar wilt.
:49:07
	Nou, eh...
-Kom dichterbij, John Smith.
:49:12
	Hij heeft een goede ziel
en hij is nog knap ook.
:49:17
	Ik mag haar nu al.
-Dat wist ik wel.
:49:21
	Waar zit je ?
-Ze mogen ons niet zien.
:49:25
	Kom hier.
-Ik vind 't hier doodeng.
:49:27
	Die wilden kunnen overal zitten.
Als je ze ziet: meteen schieten.
:49:36
	Kijk uit waar je loopt.
-Het was de boom, niet ik.
:49:40
	Ja, de boom deed even
z'n wortels omhoog...
:49:47
	Laten we 'm smeren.
:49:51
	Wegwezen.
-En Smith ?
:49:53
	Hij is een grote jongen.
Die zorgt maar voor zichzelf.
:49:56
	Gelukkig staat u aan onze kant.
-Er zit nog pit in dat oudje.