Rob Roy
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:48:14
Hij heeft de hele dag
dit briefje zitten lezen.

:48:16
- U hebt 'm muntgeld gegeven.
- Dat wilde hij.

:48:18
Hij wilde muntgeld om het vee
tegen 'n betere prijs te kopen.

:48:24
Ik kan niet geloven dat u
zoveel geld geeft aan een arme sloeber.

:48:28
Hij was uw mannetje. U had hem
opgedragen om hier te wachten.

:48:33
Op een brief.
Niet op een zak met gienjes.

:48:39
Niet alleen gienjes.
De boeren betalen altijd met kleingeld.

:48:45
Heeft hij getekend voor die munten ?
:48:48
Jazeker.
:48:50
Hij heeft getekend.
:48:57
Bijna net zo'n fiere
handtekening als de uwe.

:49:04
O wee als u de boel bedriegt.
McDonald staat onder mijn hoede.

:49:10
Voorwaar, dat is een hele troost.
:49:12
Er staat 1000 pond op het spel.
:49:27
We gaan Alan zoeken.
Ik vrees dat hem hier iets overkomen is.

:49:31
Volgens mij moeten we
naar Greenock, Rob.

:49:36
Jij denkt dus
dat hij ons beroofd heeft.

:49:39
Hij had het anders altijd over Amerika.
:49:42
Dus loopt hij naar Greenock
en stuurt z'n paard naar huis ?

:49:47
Met 1000 pond
kan hij wel tien paarden kopen.

:49:50
Alan McDonald heeft me niet bedrogen.
Hup, volg z'n spoor.

:49:56
Vooruit.

vorige.
volgende.