1:45:03
- Je hebt gewonnen.
- Ik kon 'm niet verkopen.
1:45:06
Ik wist wel dat je zou winnen.
1:45:09
- Ik ben trots op je.
- Dank je.
1:45:12
- Dag, ma.
- Dag, schat.
1:45:14
- Heb je gegeten ?
- Ja.
1:45:17
Dag, schat.
Hoe gaat het ?
1:45:19
Jullie deden er niet lang over.
1:45:25
- Het was leuk.
- Hebben jullie honger ?
1:45:28
Ik heb wat klaarstaan.
1:45:32
Het was te gek.
1:45:39
Jullie kwamen thuis...
1:45:41
en brachten...
1:45:43
mijn gedetailleerde leven mee.
1:45:50
Er ging 'n dag of twee voorbij en
als ik aan hem dacht...
1:45:54
ging ik snel iets doen
als afleiding.
1:45:57
Zo werd ik steeds verder
van die 4 dagen weggetrokken.
1:46:01
Ik was dankbaar.
1:46:03
Ik voelde me veilig.
1:46:12
Verlos me van m'n ellende.
Ik kan de spanning niet aan.
1:46:16
Ik heb 't niet over jou.
1:46:18
Gedoemd, kan de spanning niet aan.
Schiet.
1:46:22
Zelfs geen blinddoek nodig.
1:46:24
Avondmaal des veroordeeldes:
kip, erwten, watermeloen.
1:46:45
- Wat wil je vanavond eten ?
- Gehaktbrood met bruine suiker.