1:01:06
Voel je je wel goed ?
1:01:09
Stop even.
Je maakt me bang.
1:01:13
- De pillen...
- Welke pillen ?
1:01:17
We gaan naar het ziekenhuis.
1:01:21
Komt hij er weer bovenop ?
1:01:24
Hij is allergisch voor penicilline.
Ze pompen hem vol epinefrine.
1:01:30
- Ik begrijp niets van wat u zegt.
- U mag naar hem toe.
1:01:36
Heel graag. Dank u wel.
1:01:48
Hoi. Hoe voel je je ?
1:01:54
Ik verga van de honger.
1:02:00
Thuis maak ik 't lekkerste
magnetronmaal van je hele leven.
1:02:07
- Hoe lang houden ze me hier ?
- Nog een dag, geloof ik.
1:02:12
En neemt u de thuiszorg op u,
zuster ?
1:02:17
Vind je dat erg ?
1:02:21
Visioenen van sponsbaden
dansen in mijn hoofd.
1:02:35
Ik moet ervandoor.
Red je het wel ?
1:02:41
Ja, hoor.
Ik maak me meer zorgen over jou.
1:02:46
Ik red me wel.
1:02:50
Ik wou dat 't allemaal voorbij was,
maar ik red me wel.
1:02:57
Kom hier. Ik wil je wat vertellen.
Kom eens dichterbij.