:26:03
Ik bestel 'n hamburger.
Die vent laat 'm op de grond vallen.
:26:08
Hij veegt 'm af en geeft 'm
doodleuk aan mij.
:26:12
Bacillen, zeg ik.
Die bestaan niet, zegt ie.
:26:15
Die zijn verzonnen om zeep
te verkopen.
:26:19
Nu is hij dus gek, snap je ?
:26:27
Goed of fout wordt bepaald
door de massa.
:26:32
Bacillen bestaan toch ?
:26:34
Ik ben niet gek.
:26:36
Natuurlijk niet. Jij wilt
ontsnappen, dat is heel normaal.
:26:42
Ik kan je helpen met ontsnappen.
:26:47
Weetje 'n manier ?
:26:52
Ja, mijn zoon.
:26:55
Waarom ik zelf niet ontsnap ?
Goeie vraag. Slim ook.
:27:00
Ik zou wel gek zijn.
Ik heb al hulp gevraagd.
:27:05
Voor mij wordt gezorgd.
- Hoe bedoel je ?
:27:08
Ik heb ondergeschikten bereikt.
:27:11
Pennelikkers en hielenlikkers
bellen mijn vader.
:27:15
Als hij hoort dat ik hier zit,
mag ik naar zo'n sjieke tent...
:27:22
... waar ze je als gast behandelen.
Met lakens en handdoeken.
:27:27
En met fijne pillen voor gestoorde,
krankjorume knakkers als wij.
:27:36
Sorry. Sorry.
:27:37
Ik werd onrustig, ik wilde weg.
:27:40
En plotseling...
:27:43
... wou ik die rot tralies verbuigen...
:27:46
... uit 't raam rukken en opvreten.
Ja, opvreten !
:27:51
En springen, springen !
Darmgymnastiek doen.
:27:57
Ik ben gestoord, sukkels. Dit mag.
Je hoort nog wel wie ik ben.