:40:03
Jij en ik.
:40:06
Het kind moeten we overboord gooien.
:40:11
-Wat ?
-Mijn boot is lek.
:40:15
Ik maak water.
:40:18
Ik mag al blij zijn als ik daar
'n halve portie drinkwater uit krijg.
:40:22
Ik drink niet.
:40:24
Twaalf dagen lang ?
:40:28
Het is beter dat één van jullie nu sterft...
:40:31
dan dat jullie allebei traag sterven.
:40:33
Wacht.
:40:35
We hebben gered.
We hebben je eruit gehaald.
:40:38
Je hebt me gered zodat jij het
ook zou halen. We staan gelijk.
:40:42
Ze kan koken. Ze kan vissen.
:40:44
-Dat kan ik ook.
-Neem mijn halsketting.
:40:46
-Ik heb er betere.
-Nee, kijk !
:40:51
Na wat je hebt doorstaan op de atol...
:40:54
kan ik begrijpen waarom je dat wilt.
:40:57
Maar ze is nog een kind.
:41:09
Is er dan nog iets anders ?
:41:17
Enola ! Ga naar beneden.
:41:32
Je hebt het zelf gezegd.
:41:37
Ik ben lange tijd buiten geweest.