While You Were Sleeping
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:19:06
Ben je ooit zo eenzaam geweest dat je
's nachts naar een man in coma ging ?

:20:02
Tot ziens.
:20:06
Lucy, we wisten niet dat je hier was.
:20:09
Was je de hele nacht hier ?
:20:11
Je bent net als ik
ik kan ook overal slapen.

:20:16
En dat heeft ze gedaan ook.
:20:19
Te gek, oma.
:20:21
Hoe gaat het met Peter ?
- Hij heeft meer kleur.

:20:24
Het lijkt wel
of hij meer kleur heeft.

:20:28
Ik moet gaan. Leuk jullie
weer gezien te hebben.

:20:33
We hebben geen kerstfeest
kunnen vieren.

:20:37
Het zou fijn zijn
als je bij ons kwam.

:20:39
Dat zou ik heel fijn vinden,
maar dat gaat niet.

:20:44
Jack komt ook.
- Inderdaad je kent Jack nog niet.

:20:48
Nog niet.
- Die zal blij zijn je te ontmoeten.

:20:52
Kom je vanavond ?
- Dat kan niet, ik moet werken.

:20:55
Schrijf je adres
en telefoonnummer op.

:20:58
Midge belt je wel
om je over te halen.


vorige.
volgende.