While You Were Sleeping
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:10:19
Jack, ben jij dat ?
1:10:22
Pap, ik heb donuts voor je.
- Je bent een redder in nood.

1:10:29
Ik moet van je moeder van die
volkoren muffins eten. Vreselijk.

1:10:34
Ben je de boel aan het inhalen ?
- Geen overlijdensadvertenties gelezen.

1:10:39
We zijn een hoop misgelopen
na de kerst.

1:10:43
Dat was me het weekje wel.
1:10:47
Het leven is maar zwaar.
1:10:50
Je werkt hard en je probeert goed voor
je gezin te zorgen. Het ene moment,

1:10:57
is alles in orde.
1:10:59
Dan is iedereen gezond en gelukkig.
1:11:02
Op dat moment heb je
een vredig leven.

1:11:07
Pap, dit is niet zo'n moment.
1:11:13
Wat bedoel jen ?
1:11:19
Herinner je je die schommelstoel
die ik voor oma heb gemaakt ?

1:11:21
Hij is zo mooi dat je oma
er nooit in gaat zitten.

1:11:25
Twee maanden geleden
heb ik er drie verkocht.

1:11:29
Ik heb twee eettafels verkocht
en er zijn er zes besteld.

1:11:32
Een leuke bijverdienste.
- Nee, het is serieus zakendoen.

1:11:41
Wacht eens even,
wil je mijn zaak niet meer ?

1:11:49
Nee, die wil ik niet.
1:11:57
Hoe lang heb je dit gevoel al ?
- Al heel lang.


vorige.
volgende.