While You Were Sleeping
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:29:02
En u ?
- Ik denk na.

1:29:05
Wat is er nou aan de hand ?
1:29:12
Ik hou van jullie zoon.
- Dat weet ik.

1:29:16
Niet van hem.
Van hem.

1:29:21
Jack, wat heb je gedaan ?
1:29:23
Hij heeft niets gedaan.
1:29:26
Het komt allemaal door mij.
1:29:29
Hoe gaat het met je, Elsie ?
Goed ?

1:29:33
Herinneren jullie je die dag
in het ziekenhuis ?

1:29:37
Ja natuurlijk.
Er was een klein misverstand.

1:29:40
Ik zag dat Peter op de rails
werd geduwd en ik redde hem.

1:29:46
Maar in het ziekenhuis
mocht ik niet bij hem.

1:29:49
Toen vertelde iemand aan de dokter
dat ik z'n verloofde was.

1:29:54
Alleen... is dat niet waar.
1:30:02
Ik ben nooit met Peter
verloofd geweest.

1:30:10
Waarom heb je niets gezegd ?
1:30:13
Ik wist niet hoe ik het moest zeggen.
1:30:16
We ontmoetten elkaar pas
toen op de rails.

1:30:19
In de ziekenhuiskamer
ging ineens alles zo snel.

1:30:23
Ik kon het jullie niet vertellen.
1:30:25
En toen wilde ik het jullie ook niet
meer vertellen, want om eerlijk te zijn...

1:30:29
werd ik verliefd op jullie.
- Op mij ?

1:30:36
Op jullie allemaal.
1:30:40
Eerst was ik alleen, toen
was ik ineens...

1:30:44
een verloofde, een dochter...
1:30:47
een kleindochter,
een zus...

1:30:50
en een vriendin.
1:30:53
Ik heb jou gered die dag,
maar jij hebt mij ook gered.

1:30:58
Door jou hoorde ik bij een gezin.

vorige.
volgende.