:56:07
Wat doe jij hier?
- M'n vrienden zijn aan 't ijsvissen.
:56:12
Zijn die lui vrienden van je?
- Ken je ze?
:56:16
Ze zitten hier elke zondag. Stelletje
dronken, lamlendige lapzwansen.
:56:22
Dat zijn je vrienden?
- Eigenlijk zijn het kennissen.
:56:28
Waar is Scooter?
- Wie?
:56:30
Hoe heette hij ook weer?
Billy, Tiger, Pookie?
:56:34
Andrew.
- O ja, dat was het. Waar is hij?
:56:37
Ik vond hem niet leuk meer.
Hij was nogal saai.
:56:42
Heb je nu een ander vriendje?
:56:48
Ja, jou.
:56:53
Jij bent m'n nieuwe vriendje, Willie.
O, ik val flauw.
:57:01
Held van me.
:57:05
Ga je trouwen
met dat meisje in New York?
:57:08
Weet ik niet. Hoezo?
:57:11
Doe het maar niet.
- Waarom niet?
:57:14
Je moet een meisje hebben
dat je blij kan maken.
:57:18
Misschien bestaat die niet.
:57:21
Soms moet je 't dichter bij huis zoeken.
- Wat bedoel je daarmee?
:57:26
Je moet mij hebben.
:57:33
Meen je dat?
- Lijkt 't je niet leuk?
:57:36
Ik ben nogal een stukje ouder dan jij.
:57:39
We zijn als Romeo en Julia.
Het zal een vreselijke tragedie worden.
:57:44
Welk licht zie 'k scheemren
door dat raam? Dat is Julia.
:57:57
Wat doen we nu?