1:30:01
Hij gaat niet vrijuit.
1:30:03
Bedoel je dat hij het verdiend had?
1:30:06
Er is wel sprake
van een moreel dilemma.
1:30:14
Laat ook maar.
We gaan die klootzak pakken.
1:30:38
Hebben we een plan?
1:30:43
Niet dus.
1:30:45
Zou hij thuis zijn?
- Geen idee.
1:30:49
Die vuile klootzak.
- Rustig, Mo.
1:30:54
Als je aan m'n vrienden komt,
kom je aan mij.
1:30:58
Als je hem in elkaar mept,
voel ik het ook.
1:31:03
Ik maak je helemaal af, klootzak.
1:31:07
Waar heb je het over?
- Hou je kop, mannetje.
1:31:13
We krijgen gezelschap.
- Daar komen de hulptroepen.
1:31:17
Klootzakken.
1:31:32
Autopech, jongens?
1:31:36
Ik zag jullie niet.
1:31:44
Waar waren we gebleven?
1:31:51
Wat is er aan de hand, papa?
1:31:58
Ik probeerde m'n gezin te redden.