1:39:00
Je ziet er goed uit.
1:39:04
Hebben jullie Rossmore gepakt?
- Alleen bang gemaakt. Wat 'n zak, hè?
1:39:11
Hij was terecht kwaad op me.
1:39:15
Hoe is het met haar?
- Wel goed.
1:39:20
Ja gaat het niet weer verpesten, hè?
1:39:25
Wat dacht je?
Ze is een fantastische meid.
1:39:30
Waarom verpesten we het altijd
bij de goeien?
1:39:34
Ik weet het niet.
Ik ben er ook erg goed in.
1:39:38
Ik kwam eigenlijk afscheid
van je nemen. Ik ga zo weg.
1:39:43
Ga je weer weg?
1:39:47
Ik kom je misschien
wel een keer opzoeken.
1:39:50
Dat is goed. In het voorjaar?
1:39:58
Hou contact.
- Pas goed op elkaar, jullie.
1:40:05
Verrassing.
1:40:12
Hoe is het?
- Kon beter. Ga je er vandoor?
1:40:16
Ja, ik ga naar huis.
1:40:18
De groeten aan Sarah.
- Doe jij Tracy de groeten.
1:40:22
Heb je je problemen opgelost?
- Ik ben ermee bezig.
1:40:30
Ik ga maar even kijken.
1:40:32
Tot gauw.
- Ik zal je missen, jongen.
1:40:49
Wat een hoop sneeuw.
1:40:51
Hoe lang is het rijden?
- Vijf of zes uur. Als hij rijdt, vijf.
1:40:58
Het is goed weer om te rijden.
- Ja, het is niet slecht.