Eraser
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:05:01
Ze is dood.
1:05:03
Ze hebben haar vermoord.
1:05:06
Hoe konden ze het weten?
1:05:08
-Niemand wist 't.
-Het is niet jouw schuld.

1:05:10
Ze luisterden vast af.
1:05:11
Er zijn veel manieren...
1:05:15
Alles komt wel goed.
1:05:17
lk wilde mezelf beschermen.
1:05:19
lk wist niet wie ik kon vertrouwen.
1:05:22
Door mij gaan we er nu allebei aan.
1:05:24
Nee.
1:05:25
Dit houdt ons juist in leven.
1:05:27
lk weet niet eens wat erop staat.
1:05:29
Daar komen we achter.
1:05:32
Het is niet te kraken.
1:05:34
Alleen met 'n computer van Cyrez.
1:05:37
Dan moeten we dat doen.
1:05:41
Cyrez is net 'n zwaarbewaakt fort.
We kunnen niet terug. Dat verwachten ze.

1:05:45
lk wil ze niet teleurstellen.
1:05:50
De kust is veilig. De agenten zitten
weer in de donutwinkels.

1:05:55
Dit is Vader Rodriguez.
1:05:57
Aangenaam.
1:05:59
lk ben niet altijd Vader Rodriguez geweest.
1:06:01
lk ben herboren met wat hulp
van m'n vriend hier.

1:06:05
Z'n Colombiaanse partners
wilden hem graag aan God voorstellen.

1:06:09
lk heb een nieuwe kans gekregen.
1:06:11
Deze keer doe ik Gods werk.
1:06:14
Kan ik nog iets doen?
1:06:15
We hebben 'n auto nodig.
Voor een dag of twee.

1:06:18
Da's goed.
1:06:20
Hij verbruikt enorm, maar hij is van jou.
1:06:30
Weet je het zeker?
1:06:32
lk kan niemand anders vertrouwen.

vorige.
volgende.