:34:13
David, wat doe je in godsnaam ?
Hou op.
:34:19
Stop.
:34:27
Wat is er ?
Kom hier.
:34:29
Ga weg.
:34:32
Blijf van me af.
:34:36
Laat ons met rust.
:34:56
Goeie genade.
:35:01
- Wie is daar ?
- Mag ik binnenkomen ?
:35:06
Dit hing in de hotelwinkel.
Het leek me net iets voor jou.
:35:10
- Wat is er met jou gebeurd ?
- We hadden gym.
:35:13
Ik heb bij het volleyballen
een elleboog in m'n oog gekregen.
:35:17
Nou, laten we eens kijken
wat we er aan kunnen doen.
:35:27
Hallo. Ziet je dochter er niet
uitzonderlijk knap uit vandaag ?
:35:33
Goh, nou.
Je ziet er heel mooi uit, Nic.
:35:36
Bedankt, pa.
Ik moet ervandoor.
:35:38
Krijg ik geen kus ?
:35:44
- Dag, pa.
- Dag, Nic.
:35:46
Bedankt, Laura.
:35:51
- Waarvoor ?
- vrouwen onder elkaar.
:35:54
Ze had een blauw oog van de gym,
dus ik heb haar opgemaakt.
:35:57
Zodat ze er niet als een snol uitzag.