Phenomenon
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:55:03
Als er iets ergs gaat gebeuren,
dan zeg je 't toch wel?

:55:35
Het spijt me van die stoelen.
:55:40
Ik wou alleen dat je bij me
langs kwam, met me praatte...

:55:46
...in plaats van weg te lopen.
-Wat wil je?

:55:54
Kom mee naar Berkeley. Ik ben
uitgenodigd door geleerden...

:55:59
...voor aardbevingen, experimenten,
de mest, de zonnepanelen...

:56:05
Dat is leuk.
-Ik vind 't spannend.

:56:08
Maar ik ben ook bang.
Ik heb je graag bij me.

:56:13
Waarvoor?
-Steun, vertrouwen.

:56:19
Een vriend.
-Je hebt vrienden zat.

:56:24
Ik weet 't niet. Met de boomgaard...
Mensen doen nu anders.

:56:28
Bevalt me niet. Jij bent de enige
die met reden boos op me is.

:56:40
Je probeert het goed te maken.
-Ja, ik probeer 't goed te maken.

:56:46
Ik wil met je uit. 't Lijkt me fijn
dat je er bent als ze me bekijken.

:56:52
Ik moest jarenlang nablijven.
:56:57
Wanneer?
:56:59
Woensdag.
-Hoe laat?


vorige.
volgende.