Phenomenon
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:09:08
Tot kijk.
1:09:29
Biertje, George?
1:09:35
Het spijt me echt.
1:09:38
Ik heb alles verteld. Ik heb
alles over je verteld.

1:09:44
Alles.
-Dat is logisch.

1:09:49
Je denkt dat je niet bang zal zijn.
1:09:52
Je weet niet wat er gebeurt,
en opeens gebeurt er iets in je.

1:09:58
Je weet niet wat het is...
-Geeft niet, het was mijn spelletje.

1:10:10
Wat hebben ze gedaan?
1:10:13
Ze hebben me getest.
-En wat hebben ze ontdekt?

1:10:20
Ik ben zwanger. Zo voelt het aan.
-Hoe voelt wat aan?

1:10:25
Vol ideeën zitten en je kan ze niet
afleveren. Je staat op springen.

1:10:30
Die hoogleraar wil niet
eens met me praten.

1:10:35
Ga je niet naar Berkeley?
-Ik naar Berkeley? Ga nou.

1:10:40
Dat spijt me.
1:10:42
Bedoel je uitvindingen?
-Nee, ideeën, duizenden per dag.

1:10:47
Grote asjemenou-ideeën,
kleine wat-als-ideeën.

1:10:52
Jouw parkeerterrein is
verkeerd ingedeeld.

1:10:56
Zo krijg je er zes auto's meer
in zonder plaatschade.


vorige.
volgende.