Ransom
prev.
play.
mark.
next.

:26:01
Het wapen.
:26:03
Kijk eens. Ken je dat ding?
:26:07
Zitten je afdrukken erop?
:26:10
Nee? Opbergen.
:26:15
Jimmy, die vent wil z´n winkel
niet sluiten.

:26:19
Laat maar. Wie is je maat?
-lk ken ´m niet.

:26:24
Voel eens.
:26:26
Het bonkt.
:26:28
Last van je hart?
-lk rende.

:26:32
lk ruik slap gelul.
:26:34
Een leugenaar.
Sta je te liegen?

:26:39
Heb je cornflakes
met bessensmaak?

:26:42
lk wil ´n advocaat.
-Regel ´t zelf maar.

:26:49
Die boeien zitten te strak.
-Nieuwigheid. Ze rekken nog wel.

:26:54
lnstappen. Wil je ´n pizza,
´n hotdog?

:26:59
Naar ´t bureau.

prev.
next.