:21:02
M'n vader is dood.
Door 'n trein aangereden.
:21:08
Moet je ver lopen met die was?
:21:11
Zo'n achthonderd meter, denk ik.
:21:14
lk kan je wel helpen sjouwen.
:21:17
Alleen als je 't echt wil, hoor.
:21:21
Goed dan.
:21:26
lk heet Frank Wheatley. En jij?
:21:29
Karl heet ik.
:21:32
En van achteren?
-Childers.
:21:36
Wat zijn dat voor boeken?
:21:38
Allemaal verschillende.
De bijbel, een kerstboek.
:21:42
En eentje over timmeren.
-Waarom heb je ze bij je?
:21:47
lk kan ze nergens neerleggen.
-Heb je geen thuis?
:21:51
lk woonde in de inrichting.
-Waarom?
:21:55
lk heb 'n paar mensen vermoord.
:21:58
Ze zeiden dat ik niet bij m'n verstand
was, dus ze stopten me in 'n inrichting.
:22:03
Ben je vrijgelaten?
:22:06
Waarom?
-Ze zeiden dat ik beter was.
:22:10
Ze moesten me laten gaan.
-Ben je weer beter?
:22:14
lk voel me goed, ja.
:22:18
Hier woon ik.
:22:23
Je ziet er niet uit als 'n moordenaar.
:22:27
Kom, we leggen de zakken
op de veranda.
:22:46
Hou je van football?
:22:48
lk ben er nooit goed in geweest.
lk werd nooit uitgekozen.
:22:53
lk speel altijd met wat jongens
op 't schoolveld.
:22:58
Je mag best meedoen als je wil.
Wij zijn ook niet goed.