:34:15
lk dacht al dat ik iemand hoorde.
:34:18
Karl heet je toch?
:34:21
lnderdaad.
:34:23
En jij heet Frank.
:34:26
Wat kom je doen?
:34:28
Je vroeg zelf of ik nog 's langskwam.
-Om te footballen?
:34:33
Daar ben ik slecht in.
lk kom gewoon even langs.
:34:37
lk wou bij m'n moeder langs.
:34:40
Ze werkt van twee tot acht.
:34:45
Loop je mee?
Kun je m'n moeder ontmoeten.
:34:49
lk wil je moeder niet lastig vallen.
:34:52
Je vindt haar vast aardig.
Ze is heel lief.
:34:56
We krijgen vast iets van haar.
Snoep of zo.
:35:01
lk moet wat spullen kopen.
Ze verkopen vast tandpasta.
:35:06
Ze verkopen van alles wat.
:35:09
lk vertel haar niet dat je voor moord
in 't gesticht hebt gezeten.
:35:30
Je moet minder vet gebruiken.
:35:32
lk ben gek op vette dingen.
Gebakken kip en okra.
:35:38
Koek, jus.
-Slecht voor je.
:35:41
Wat kom je doen, schat?
-Je wil snoep en frisdrank, hè?
:35:45
Dat is slecht voor je tanden.
lk heb iets beters.
:35:49
lk heb blikjes paté
die niet zo goed verkopen.
:35:54
lk geef jou 'n paar blikjes.
:35:57
Hou ik niet van.
:35:59
Pap zei altijd dat daar lippen
en jongeheren in zitten.