1:36:07
lk ben je zoon.
1:36:11
lk heb geen zoon.
1:36:16
lk ben Karl, je oudste zoon.
1:36:20
lk heb geen zoon.
1:36:24
lk ben ontslagen uit de inrichting.
lk ben genezen.
1:36:37
lk werk voor Bill Cox en repareer
grasmaaiers en zo.
1:36:46
Het gras staat erg hoog.
lk zal 't voor je maaien.
1:36:53
lk heb geen zoon. Maak dat je
wegkomt en laat me met rust.
1:36:58
Jij bent geen familie van me.
1:37:04
lk heb leren lezen.
1:37:10
lk heb veel in de bijbel gelezen.
1:37:17
lk begrijp 't niet helemaal,
maar het meeste snap ik wel.
1:37:23
Die verhalen van jou en mam
staan daar niet in.
1:37:29
Dat had je je zoon
niet mogen aandoen.
1:37:34
lk was van plan je te vermoorden.
1:37:37
Daar heb ik lang over nagedacht.
1:37:44
Maar 't hoeft niet meer.
Je zit toch alleen maar in die stoel.
1:37:50
Je gaat binnenkort toch dood.
Dan is iedereen van jou verlost.