1:23:05
Ik ga wel met hem praten.
- Alles was zo denderend.
1:23:11
Hou nou maar op met huilen.
1:23:14
Ga je neus snuiten.
1:23:16
Ik ga mijn handen wassen.
Ik zit onder het snot.
1:23:20
Wat is dit ?
Wat heb je op me gesmeerd ?
1:23:32
Weet je...
1:23:34
Hier heb ik mijn eerste
gebouw neergezet.
1:23:37
Het is wat, hé ?
Het was een bakkerij.
1:23:41
Tweejaar geleden is ie gesloopt.
1:23:43
Dus nu, 35 jaar later, zit ik hier weer.
1:23:47
Vreemd, hé ?
1:23:48
Ik dacht altijd dat mijn gebouwen
blijvend waren.
1:23:52
Maar dat is niet zo.
1:23:55
Weet je wat wel blijvend is ?
1:23:58
Ik zal het je vertellen.
1:24:00
Wat je moeder en ik hebben...
Dat is blijvend.
1:24:03
Dat verandert nooit,
snap je me ?
1:24:06
Als je een vrouw vindt die van je
houdt, dan moet je die vasthouden.
1:24:14
Je hebt gelijk, papa.
Ik hou zoveel van Denise.
1:24:18
Ga dan weer bij elkaar.
1:24:23
Bij elkaar ?
1:24:26
Papa, dat is het.
1:24:28
Bij elkaar.
- Precies.
1:24:30
Als we weer samenzijn,
komt alles goed.
1:24:32
Ga maar gauw naar haar toe.
1:24:34
Ik bedoel Buddy.
1:24:36
Als Buddy en ik samenzijn,
komt het goed met Denise.
1:24:39
Je bent het spoor bijster.
1:24:41
Papa, luister.
Ik heb die formule nodig.
1:24:44
Als ik die aan Buddy geef,
verandert hij in een blubber.
1:24:48
En als ik dat opeet...
- Wat zegje ?
1:24:50
Dat is het.
Daar had ik eerder aan moeten denken.
1:24:53
Fantastisch.
- Wie ga je opeten ?