Twister
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:01:02
Wat doe je?
1:01:03
Help me.
1:01:04
't Apparaat is kapot. Het is over.
1:01:06
Wat is er met je aan de hand?
We kunnen 't nog klaren.

1:01:09
Luister naar jezelf. Je bent geobsedeerd!
1:01:11
Je hebt nog nooit gezien wat ie kan!
1:01:13
'k Zag het net!
1:01:14
Je hebt 't nog nooit gezien!
1:01:16
Jij hebt nog nooit gezien
dat ie dit huis en dat huis overslaat...

1:01:19
en jou achterna zit.
1:01:21
Denk je er zo over?
1:01:26
'k Weet het niet.
1:01:28
Waarom probeer je het niet te vergeten?
1:01:30
Je begrijpt het niet.
Je zult het nooit begrijpen.

1:01:33
Wanneer houdt het op?
1:01:35
Hoe dicht moet je erbij zijn? Zeg wat.
1:01:38
Dingen lopen verkeerd af.
1:01:40
Je kunt 't niet verklaren.
Je kunt 't niet voorspellen.

1:01:43
Door jezelf te vermoorden
krijg je je vader niet terug.

1:01:47
't Spijt me dat hij dood is...
1:01:48
maar het is lang geleden.
1:01:51
Je moet verder.
1:01:52
Hou op in het verleden te leven.
1:01:54
Kijk wat er voorje ligt.
1:01:57
Wat zegje?
1:01:59
Ik, Jo.
1:02:38
Sorry doctor, hier is uw activiteitenrapport.
1:02:43
Wat is er?
1:02:44
Kom 's. Kijk hier eens naar.
1:02:47
De sluissnelheden zijn toegenomen.
1:02:50
Als die twee wolken samengaan...
1:02:52
dan verdubbelt de snelheid onder en boven.

vorige.
volgende.