:14:01
Kom op.
:14:04
Zuig dat op.
:14:05
Hoe zit het met het kerstgevoel.
Wind je niet zo op.
:14:09
Kom op lieverd.
Wees eens soepel.
:14:15
Nee, nee en
laat me eens denken. NEE
:14:21
Ik hou voet bij stuk.
:14:27
De meester heeft kerstmis verboden.
:14:32
Kerstmis verboden ?
Niemand kan kerstmis verbieden.
:14:36
Hij wil niet herinnerd worden aan zijn
verleden. En kerstmis is de grote herinnering.
:14:41
Ik wil hem geen pijn doen.
:14:44
Ik denk dat wat kerstvreugde
hem goed zal doen.
:14:49
Het meisje heeft gelijk.
Het is aan ons om er iets aan te doen.
:14:54
Het is niet aan ons
om er tussen te gaan zitten.
:14:58
We hebben onze taken.
En we moeten luisteren en ...
:15:16
Wat vernederend.
:15:18
Ik vind het een geweldig idee.
:15:21
Maar de meester wil het niet.
Zijn kasteel, zijn regels.
:15:25
Het is niet eerlijk.
:15:27
Hij heeft gelijk.
het is niet eerlijk.
:15:31
Niet zeuren glazen.
:15:36
Moet je ons nu eens zien klagen.
Het breekt mijn hart om ons zo te zien.
:15:42
We waren altijd op ons best met kerstmis.
We organiseerden hele feesten.
:15:50
Je kon gevulde kalkoen krijgen.
:15:53
Bessensaus, kerstkoekjes,
aardappelen, en kerstpudding.
:15:59
Pudding ? Met Custard.