1:19:05
Verkoop dit maar.
1:19:07
Het is meer dan 25 mille.
1:19:10
Hou de rest maar.
Over twee uur moet ze vrij zijn.
1:19:14
Anders grijp ik je wegens drugsbezit.
1:19:20
Hoe komt 't dat je zo'n lul bent?
- Mijn DNA.
1:19:25
Zak, ik heb je DNA.
1:19:58
Heb je een wapen?
1:20:00
Ja, heb ik.
1:20:04
Wat heb je? Gaat 't? Alles goed?
1:20:08
Is dat een geintje?
1:20:10
We gaan straks
een getuige vermoorden.
1:20:14
Dat zit me niet lekker. Sorry, Frank.
1:20:18
Hou op met dat gezeur
en blijf bij de les.
1:20:22
Hou je hoofd koel.
1:20:24
Wat moet gebeuren, moet gebeuren.
1:20:31
Ik weet het, ja.
Wat moet gebeuren, moet gebeuren.
1:20:35
Nu dan maar.
1:20:38
Waarom mag ik dat niet weten?
- Ik moest je borgtocht betalen.
1:20:44
Iemand heeft me daarvoor betaald.
Zo verdien ik de kost. Kom mee.
1:20:50
Was 't een agent?
1:20:52
Welja, een agent die dat betaalt.
Ben je gestoord?
1:20:57
Dit bevalt me niet.
- Ga je mee of blijf je hier? Zeg 't maar.