I Know What You Did Last Summer
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:29:01
Elsa. Ik moet met Helen praten.
Heb jij haar nummer in New York?

:29:07
- Haar nummer in New York?
- Ja, ik moet met haar praten.

:29:11
Helen heeft geen nummer in New York.
Probeer de parfum-afdeling.

:29:21
Eng, hè?
:29:24
Julie?
:29:30
- Wanneer ben jij teruggekomen?
- Gisteren.

:29:34
- Fijn je te zien.
- Wat is er met New York gebeurd?

:29:39
Na een tijdje
bleek het niet te gaan.

:29:48
Ik heb dit gekregen.
:29:52
- Iemand weet het.
- Hoe dan?

:29:57
- Ik weet niet.
- We waren nog zo voorzichtig.

:30:01
Stel dat er die avond ook
nog iemand anders was?

:30:06
- Wie dan? Het is een jaar geleden.
- Ik weet niet.

:30:12
Heeft Barry dit gezien?
:30:17
- Zie je Barry wel 'ns op school?
- De campus is groot. Is hij terug?

:30:22
- Ik zag z'n auto bij de gym.
- Hebben jullie het uitgemaakt?

:30:30
Wat moeten jullie hier?
:30:37
Dag, Barry.
:30:46
"lk weet wat je vorige zomer
gedaan hebt." Lulkoek!

:30:51
- We hebben hulp nodig.
- Zeg dat. Jullie zien er niet uit.

:30:58
Je bent 'n zak.

vorige.
volgende.