:47:04
	Je stelt de verkeerde vragen.
:47:14
	Waarom ben ik opgepakt ?
:47:18
	Ze stonden me op te wachten.
:47:21
	Ze wisten precies
hoeveel geld ik bij me had.
:47:25
	Zeiden ze hoe ze dat wisten ?
:47:32
	Van Beaumont Livingston.
- Ik wist het wel.
:47:38
	En ze vroegen of ik Mr Walker kende.
:47:44
	Ik heb niks losgelaten over hem.
- Kwam mijn naam ter sprake ?
:47:51
	Je hebt niks over me gezegd ?
:47:55
	Bijzonder edelmoedig van je.
:47:59
	Zeiden ze
wat Beaumont was overkomen ?
:48:03
	Ja.
:48:07
	Er was iemand heel boos op 'm.
:48:11
	Of bang dat ie wat zou loslaten
tegen de smeris.
:48:17
	Ja, ze hebben je veel vragen
gesteld.
:48:22
	En je hebt helemaal niks geantwoord ?
:48:27
	Ben je bang voor me ?
:48:31
	Maak ik je nerveus ?
:48:38
	Is dat wat ik denk dat het is ?
- Wat denk je dat het is ?
:48:42
	Een wapen tegen m'n pik.
- Klopt. Handen van m'n keel, klootzak.
:48:52
	Wat mankeert jou ?
- Smoel dicht en stilstaan.
:48:56
	Wat is dit, verdomme ?
:48:59
	Die heb ik altijd bij me.
Je moet de politie niet geloven.