1:10:05
Geen punt.
1:10:08
Toen stapte hij over op de wapenhandel.
Wapens kun je makkelijk kwijt, zegt ie.
1:10:14
Hij hangt wel de wapenhandelaar uit...
1:10:18
maar z'n klanten
zijn allemaal verslaafd.
1:10:23
Toch heeft ie 't leuk voor mekaar.
- Uit ?
1:10:29
Voorlopig wel, ja.
Maar echt snugger is ie niet.
1:10:33
Dat zou ik niet willen zeggen.
1:10:37
Hij beweegt z'n lippen bij het lezen.
Dat zegt genoeg.
1:10:41
Hij is wel gewiekst.
1:10:45
Maar het blijft een sukkel.
1:11:00
Hij heeft pas 'n werknemer
vermoord.
1:11:08
Wat bedoel je precies ?
Dat ik 'm moet smeren ?
1:11:12
Helemaal niet.
Weet je waar ie heen is ?
1:11:17
Naar die stewardess.
1:11:19
Vind je dat vervelend ?
- Kom nou.
1:11:24
Ik bedoel, jij woont bij hem.
- Ik woon hier. Hij komt soms langs.
1:11:30
Heeft ie je over dat geld in Mexico
verteld ?
1:11:35
Uiteraard. Hij en die stewardess willen
dat geld 't land insmokkelen.
1:11:42
Wat wil je nou zeggen ?
1:11:45
Wacht tot dat geld hier is...
1:11:49
en steel het dan van ze.