:15:07
Beter zo?
:15:36
-Hij knipperde met beide oogleden.
-Met beide ogen?
:15:41
-Nee, hij had twee paar oogleden.
-Net als dubbele koplampen.
:15:47
Was dat vóór of ná het wapen
in het niets oploste?
:15:53
Erna, sir.
:15:56
Hoe komt het dat de anderen
dit niet gezien hebben?
:16:00
Hun buik zat hen in de weg,
ze konden me niet bijhouden.
:16:04
-Als jij ook maar half...
-lk ben ook de helft van jou.
:16:09
-Heb je het moeilijk?
-Je zeikt me af.
:16:12
-Je hebt hem van het dak geduwd.
-lk wil je spreken.
:16:16
lk zie je over tien minuten,
krachtpatser.
:16:19
Ga die tien minuten maar op
de traploper staan, vetzak.
:16:28
lk geloof je. Laurel Weaver, arts.
Je vindt me in het lijkenhuis.
:16:33
Wacht even...
:16:36
Bent u bezig met die lijkschouwing
van een onbekend lijk?
:16:41
Wilt u dan dit even bekijken?
:16:49
Het is me het avondje wel, hé?
:16:52
Het waren kieuwen, geen oogleden.
Kieuwen, hij had ademnood.
:16:58
-Wie bent u?
-Heeft hij iets gezegd?