:17:05
Je moet ze oppakken aan
de voorkant van hun vleugels.
:17:11
Dan breek je ze niet.
Wat heb je nog meer bij je?
:17:16
Van welke vlinder is deze?
:17:19
De page.
-Heel goed.
:17:23
Wat ziet u toch in insecten?
:17:28
Stel je voor dat jij er een was.
-Zo'n meubelvreter? Nee, dank je.
:17:34
Luister even. Deze jongens
bouwden al kastelen...
:17:39
...toen dinosaurussen nog amper
bestonden.
:17:48
Stel dat je hem bent. Een soldaat.
:17:52
Dan zou je de strijd nooit opgeven,
al zou je nog zo gewond zijn.
:17:58
Je zou vechten
tot je erbij neerviel.
:18:04
Maar de meeste insecten doden pas
als hun gebied wordt aangevallen.
:18:11
Je verdooft je prooi en sleept hem
helemaal hiernaartoe.
:18:19
Een soort voorraadkamer.
:18:25
Eet hij 'm levend op?
-Ja, daar moet je tegen kunnen.
:18:33
Dit is het nest,
het hart van de kolonie.
:18:36
Hoezo?
:18:39
Als er iets met 't nest gebeurt,
sterft de hele kolonie.
:18:43
Dan zou ik 'm smeren.
-Dat gaat niet.
:18:47
Zie je die grote naast de koningin?
Kijk daar maar.
:18:55
Dat is de koning. Hij is het enige
vruchtbare mannetje.