The Saint
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:41:52
Waar ben je mee bezig?
:42:11
God, je bloedt!
:42:14
Hoe komt dat?
-lk weet `t niet.

:42:17
lk liep te huilen en gleed uit.
lk dacht aan jou.

:42:23
lk woon verderop.
lk kan `t schoonmaken.

:42:29
Waarom bedekje je mond
als je lacht?

:42:36
Gelukkig, het bloedt niet meer.
:42:39
`t Hoeft niet gehecht.
:42:47
We moeten `t wel desinfecteren.
:42:50
Je bent echt een engel.
:42:52
Echt waar.
:42:57
Dit prikt even.

vorige.
volgende.