Affliction
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:30:00
Je advocaat heeft gebeld.
1:30:03
Is 't erg om je dochter te willen zien ?
- Je weet wat ik bedoel.

1:30:07
Ze zal eronder lijden.
Een kind dat je beweert lief te hebben.

1:30:11
Liefhebben, Wade ?
1:30:14
Meen je dat ?
1:30:16
Schaam je.
1:30:18
Schaam je.
1:30:22
Dag, schat. Je mag vanavond bellen.
1:30:26
Rijden we hiermee ?
1:30:27
Ja, mijn auto heeft pech. Deze is prima.
- Hij is wel oud.

1:30:31
Het is die van pa.
1:30:35
Pa ?
- Mijn vader. Je kent hem.

1:30:38
Pa. Het is zijn auto.
1:30:46
Heb je zin in een Big Mac ?
1:30:48
Mam laat me geen fastfood eten.
Dat weet je. Het is ongezond.

1:30:52
We kunnen er stiekem eentje halen,
zoals vroeger.

1:30:57
En met een kersentoetje.
Wat vind je daarvan, Jillie ?

1:31:01
Nee.
- Wat wil je dan ?

1:31:04
Niks.
- Je kunt niet niks eten.

1:31:06
We moeten lunchen. Mr. Pizzeria ?
- Da's hetzelfde.

1:31:10
Volgens mam is het allemaal ongezond.
- Laat mam maar zeggen. Het is oké.

1:31:15
Vandaag ben ik de baas.
1:31:18
Dan eten we wat jij wilt.
Wat wil je ?

1:31:21
Wat ik wil ? Weet ik veel.
We kunnen ook tot thuis wachten.

1:31:27
Of we stoppen bij Wickham.
- Oké.

1:31:30
Mooi zo.
1:31:38
Is alles goed met je ?
Jillie, toe nou, liefje.

1:31:42
Niet verdrietig zijn. Het spijt me.
1:31:46
Het spijt me.
- Wat spijt je ?

1:31:51
Wat me spijt ?
1:31:54
Weet ik veel, het lunchgedoe.
1:31:56
Ik wou een Big Mac halen
zonder dat mam het wist, zoals vroeger.


vorige.
volgende.