:17:29
	- Hoe lang wil je blijven ?
- Twee dagen.
:17:32
	- Is een zolderkamer goed ?
- Ik dacht dat u...
:17:35
	Dat was voor de buren. Harteloze krenten.
:17:38
	Waar kunnen deze arme wezens heen ?
:17:40
	- Is hij zindelijk ?
- Oh, ja. Net zoals u en ik.
:17:46
	Verzorgen we maaltijden ? Nee.
:17:48
	Maar is er een winkel ?
Ja. Twee blokken zuidwaarts.
:17:51
	En wat is de gouden regel ?
Nooit de voordeur openen.
:17:54
	Waarom ? Het kan een inspecteur zijn.
:17:56
	Pas op voor die trede.
:17:58
	Wat gebeurt er als u iets nodig hebt ?
:18:01
	Dan klopt u op deze deur links.
:18:04
	Wie woont daar ? Ik.
:18:06
	Waar is de badkamer ?
Aan het einde van de overloop.
:18:08
	Zijn er handdoeken ?
:18:10
	Is dat een hond ? Ben jij een puppy ?
:18:13
	Flealick ! We weten niet waar 't geweest is.
:18:16
	- Nietwaar, Alan ?
- Nee, Nigel.
:18:18
	- Kat. Ben je een kat ?
- Zie ik eruit als een kat ?
:18:21
	Ik ben bijziend.
Als je een kat bent, moet je ophoepelen.
:18:24
	Poesje ! Je hebt niets te zoeken
op deze verdieping !
:18:27
	Geen katten op deze verdieping.
:18:30
	Punt uit !
:18:31
	Waar is de betaaltelefoon ? In de foyer.
:18:33
	Enkel lokale gesprekken.
:18:35
	Waar blijft het varkentje al de tijd ?
:18:38
	In de kamer.
:18:44
	En waar doet de kleine z'n behoefte ?
:18:49
	In de kattenbak.
:18:50
	Wie ledigt 'm ?
:18:53
	U. Vragen ?
:18:56
	Waar kan ik interzonaal telefoneren ?
:18:59
	Twee blokken zuidwaarts.