Elizabeth
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:49:05
Ze stierven voor Haar.
1:49:09
Ze vonden niets
dat Haar kon vervangen.

1:50:41
U zult vervloekt worden.
1:50:45
Vanavond zal ik sterven.
1:50:47
Spreek.

vorige.
volgende.