:42:06
Hij zei dat het Jean Valjean was.
Ik geloofde het niet.
:42:11
Ik ben zelf gaan kijken.
Ik herkende hem meteen.
:42:15
Carnot is Valjean.
:42:19
Ik bied u m'n excuses aan. Het is
duidelijk dat u geen crimineel bent.
:42:27
- U denkt dat ik geen crimineel ben ?
- Ik heb Valjean zelf gezien.
:42:33
- Ik zat er faliekant naast.
- Bekent hij dat hij Valjean is ?
:42:40
Natuurlijk niet, hij doet
alsof hij achterlijk is.
:42:44
Valjean heeft z'n parool gebroken.
Daar staat levenslang op.
:42:51
- Wanneer komt hij voor ?
- Morgen.
:42:54
- Hoe lang zal de zitting duren ?
- Niet lang. Hij maakt geen kans.
:43:00
Ik ben teruggekomen zodat u me kunt
aangeven wegens laster.
:43:05
Ik moet erover nadenken. Ik ging net
naar huis. Loop maar even mee.
:43:14
U bent hard, maar wel integer.
:43:18
- Ik wil dat u blijft.
- Dat is onmogelijk.
:43:21
- U schildert uzelf te zwart af.
- Nee, hoor. Ik verafschuwde u.
:43:27
Ik accepteerde u niet.
Uit wraak maakte ik u zwart.
:43:31
Ik zou een dergelijk vergrijp
zwaar bestraffen.
:43:35
Laat me ervoor boeten, anders
heeft m'n leven geen zin meer.
:43:40
Geef mij de schuld maar.
Ik beveel u uzelf te vergeven.
:43:46
Dat kunt u alleen mij kwalijk nemen.
U blijft prefect. Dat is mijn bevel.