1:20:16
Het is donderdag. Dan krijg je
altijd je lievelingstoetje.
1:20:21
Heb je daar geen zin in ?
1:20:31
Vreemden kunnen gevaarlijk zijn.
1:20:42
- Is het naar uw zin ?
- Ja. Dank je, Toussaint.
1:20:56
Het is niet waar.
U bent m'n vader niet.
1:21:02
U hebt het nooit eerder gezegd.
Tot zonet. Dat was de eerste keer.
1:21:09
- Dat is waar.
- Bent u m'n vader of niet ?
1:21:16
Ik heb je moeder beloofd voor je
te zorgen. Je vindt me overbezorgd.
1:21:23
- Maar vreemden zijn gevaarlijk.
- Dat wil ik niet meer horen.
1:21:28
U schaamt zich ergens voor.
Voor mij. Of voor uzelf.
1:21:33
U houdt iets geheim.
Daarom mag ik niet alleen weg.
1:21:38
U liegt tegen me. U wilt me
dag en nacht bij u hebben, -
1:21:44
- want u bent eenzaam en u wilt
dat ik altijd alleen zal blijven.