Les Miserables
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:30:02
- Er is iemand die u wil spreken.
- Wie dan ?

1:30:06
Inspecteur Javert. Van de politie.
1:30:30
- Kunt u even w...
- Ik wacht.

1:30:36
- Wie was dat ?
- Dat was...

1:30:40
- Ja ?
- De tuinman.

1:30:45
- Waarom moet ik dat zeggen ?
- Zeg dat ik 'n week weg ben.

1:30:50
Als hij iets over vroeger vraagt,
zeg dan dat je je niet lekker voelt.

1:30:57
- U bent bang.
- Nee, hoor. Ga nu maar.

1:31:01
Niet nerveus zijn.
Dan wordt hij achterdochtig.

1:31:10
We mogen nooit zeggen
dat hij op reis is.

1:31:15
Dat vindt hij te gevaarlijk.
Maar van u hebben we niks te vrezen.

1:31:23
- Wanneer komt hij terug ?
- Over een week waarschijnlijk.

1:31:29
Ik schrijf een briefje voor hem.
Hebt u een envelop ?

1:31:47
Ik ken een Lafitte.
Waar komen jullie vandaan ?

1:31:51
- Uit Parijs.
- Is dat zo ?

1:31:57
Dan is het waarschijnlijk
geen familie.


vorige.
volgende.