:21:02
Waar is mama ?
:21:04
Ze houden haar 'n nachtje.
:21:09
Ze moet geopereerd worden.
:21:14
Opereren ?
:21:18
Ja, ze proberen het weg te halen.
:21:25
Is het kanker ?
:21:36
- Weten ze 't zeker ?
- Ik blijf vannacht daar.
:21:42
Gaat ze dood ?
:21:44
Nee, ze gaat niet dood.
:21:48
Na de operatie kan ze bestralingen
of chemotherapie nodig hebben.
:21:53
De doktoren zeggen
dat haar dat erg kan verzwakken.
:21:56
Iemand zou overdag voor haar
moeten zorgen.
:22:01
Eigenlijk...
:22:05
wil ik dat je naar huis komt...
:22:08
en voor haar zorgt.
:22:10
Naar huis komen ?
:22:12
Brian zit... op school.
:22:15
En mijn baan dan, papa ?
:22:17
Je kunt hiervandaan freelancen.
:22:20
Ze heeft overdag hulp nodig.
:22:25
Je kan vrij nemen.
't Is al weer vier jaar geleden...
:22:27
- dat je vrij nam voor de roman.
- Onmogelijk.
:22:30
Ik moet een departement runnen
en de kost verdienen.
:22:33
Je weet dat het voorschot op m'n roman
jaren geleden besteed is...
:22:36
aan jouw en Brians opleiding.
:22:38
Ik moet interviews afnemen
en onderzoek doen in New York.
:22:43
Je kent m'n baan.
Ik kan niet alles laten schieten.
:22:45
Ik zou nooit meer bij raken.
't Zou m'n carrière kunnen ruïneren.
:22:49
We kunnen een verpleegster nemen en...
:22:51
Je moeder nam geen verpleegster
toen jij waterpokken had.
:22:55
Een verpleegster ! Je weet dat ze niet
van vreemden in huis houdt.
:22:59
Je moeder heeft je nodig, Ellen.