One True Thing
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:29:02
- Ja ?
- Wat is er gebeurd...

1:29:04
- tussen jou en je vader ?
- Wat bedoel je ?

1:29:07
Je bent zo boos op hem
sinds je thuis bent.

1:29:13
Ik weet 't niet. Er is iets dat...
1:29:15
Het heeft niets met jou te maken.
1:29:17
- Binnenkort heb je alleen hem nog.
- Hou op, mam.

1:29:20
Nee. Jij moet ophouden.
1:29:22
Jullie zullen elkaar nodig hebben.
1:29:24
Jullie waren altijd zo dik.
Jullie lijken zoveel op elkaar.

1:29:28
- Zeg dat alsjeblieft niet.
- Waarom niet ?

1:29:31
Omdat ie niet perfect is ? Omdat ie niet is...
1:29:33
zoals jij dacht dat hij was ?
1:29:39
Ik kan er niet met je over praten.
1:29:42
Kom terug. Ik wil dat je hier gaat zitten.
1:29:44
Ik wil met je praten. Ga hier zitten.
1:29:53
Luister naar me. Ik zeg dit één keer...
1:29:55
en waarschijnlijk zou ik het
niet moeten zeggen.

1:30:00
Er is niets van je vader dat jij weet
en ik niet.

1:30:05
Niets.
1:30:07
Of beter begrijpt.
1:30:10
Oké ?
1:30:12
Je doet concessies
als je lang getrouwd bent...

1:30:16
die je nooit denkt te zullen doen
als je begint.

1:30:19
Als je jong bent, zeg je, "Ik tolereer...
1:30:22
"dit of dat of dat daar nooit."
1:30:24
Maar de tijd gaat voorbij, schat.
1:30:26
En als je duizend nachten
met elkaar hebt geslapen...

1:30:29
en je naar spuug ruikt van de baby's
die ziek zijn...

1:30:32
en je ziet dat je lichaam gaat hangen
en slap wordt...

1:30:35
en je sommige nachten denkt,
"Dit accepteer ik niet langer."

1:30:39
Dan word je de volgende morgen wakker...
1:30:42
en de keuken ruikt naar koffie...
1:30:44
en de kinderen hebben zelf
hun haar gekamd...

1:30:46
en je ziet je man en nee...
1:30:49
hij is niet de persoon die je dacht
dat hij was.

1:30:53
Maar hij is je leven.
1:30:56
De kinderen in huis en alles wat je doet,
't is allemaal rond hem opgebouwd.


vorige.
volgende.