1:12:06
Het is maar 'n nummer.
1:12:10
Ik ben er zeker van dat je
ieder 216-getal hebt genoteerd.
1:12:14
Je hebt ze allemaal herleid.
1:12:17
Je hebt ze allemaal op de juiste toon gezongen.
Niet waar?
1:12:22
Wat heb je eraan over gehouden?
1:12:25
Het gaat niet om het getal.
1:12:31
Het is de betekenis.
1:12:34
De leer van de zinsbouw.
Wat er tussen de nummers staat.
1:12:41
Je hebt 't niet begrepen.
1:12:45
Omdat het niet voor jou bedoeld is.
1:12:50
Ik heb 't. Ik heb 't!
1:12:53
Ik begrijp het. En ik gá
het zien. Rabbijn, lk ben de uitverkorene.
1:13:00
17:13. Persoonlijke aantekening.
Ik word al sneller...
1:13:04
Als je zo de ruimte instaart,
kun je blind worden.
1:13:09
wat kunnen de ogen
doen zonder 't brein?
1:13:12
12.15
1:13:18
14:50.
1:13:24
15:10.
1:13:27
16:55.
1:13:30
10:35.
1:13:31
09:15
1:13:33
Ik begin al in te zien.
1:13:41
Kan ik je helpen?
1:13:43
Sol?
1:13:45
Was je een vriend?
1:13:48
- Hoe bedoel je?
- Hij heeft 'n tweede beroerte gehad.