:29:05
Natuurlijk.
:29:08
Ik weet dat ik geen verkering heb,
maar ik wil toch niks overhaasten.
:29:13
Sommige tieners lopen al hand in hand,
maar dat kan later altijd nog, toch ?
:29:22
Wil je me even excuseren ?
:29:42
Heeft hij het al gegeven ?
- Hij weet niet hoe, geloof ik.
:29:46
Hij gaat met haar naar 't Tortellaantje.
- Wedden ?
:29:50
Hij zou zelfs haar hand wel eens
vast kunnen houden.
:30:01
Dus ik wilde graag naast je zitten...
- Wil je weg hier ?
:30:07
Weg hier ? Ergens anders heen ?
:30:10
Waar kunnen we heen ?
- Het Tortellaantje ?
:30:18
Het Tortellaantje ?
Durf je dat aan ?
:30:23
Kom op.
:30:39
Dat kan niet. Hij bestaat niet.
:30:42
Dat kan je iemand die niet bestaat
niet aandoen.
:30:51
Het is inderdaad mooi hier.
:30:55
Verrukkelijk.
:30:58
Eerlijk gezegd dacht ik dat we eerst
'n tijdje verkering moesten hebben.