1:40:00
zitten in iedereen
als je er maar naar wil zoeken.
1:40:04
Genoeg.
- Ik dacht dat ik me mocht verdedigen.
1:40:07
Je mag niet liegen.
- Ik lieg niet. Ziet u die gezichten.
1:40:12
Die zijn niet anders dan u.
Zij zien toevallig iets in zichzelf...
1:40:17
Ik zei genoeg.
- Ik laat 't u zien. Pa ?
1:40:22
Niks aan de hand, Pa.
Luister even.
1:40:27
Ik weet dat u haar mist.
Dat heeft u me verteld.
1:40:31
Maar misschien mist u niet alleen
't koken of 't schoonmaken.
1:40:39
Misschien nog iets anders.
1:40:42
Misschien kunt u 't niet
eens omschrijven.
1:40:47
Misschien weet u 't alleen
als 't weg is.
1:40:51
Misschien mist u ook 'n gedeelte
van u zelf.
1:41:01
Kijk naar haar, pa.
1:41:07
Ziet ze er zo niet prachtig uit ?
1:41:11
Ziet ze er niet net zo mooi uit
als de eerste keer dat u haar zag ?
1:41:19
Wilt u haar echt terug zoals ze was ?
1:41:31
Ziet ze er niet prachtig uit ?
1:41:37
Zou u niet willen
dat u haar dat kan vertellen ?
1:41:53
Je gaat te ver.
- Waarom ?
1:41:56
Je kan er hier geen circus van maken.
- Dat doe ik niet, en dat denken zij niet.