Ronin
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:32:01
Die zijn aIIemaaI bekend.
1:32:04
Waar gaat ie heen ?
1:32:12
Jij bent op de vIucht.
Waar ga je heen ?

1:32:20
Waar is ie geWeest ?
1:32:36
Hij heeft dat vaIse koffertje
ergens gemaakt of Iaten maken.

1:32:41
Gregor heeft 't Iaten maken.
Dat moet WeI.

1:32:48
- In Parijs, voor We naar Nice gingen.
- Geen tijd.

1:32:53
- Hij heeft zo'n koffer overgespoten.
- Waarmee ? Hij Was er aItijd.

1:32:58
Hoe kWam ie aan dat koffertje ?
1:33:31
Het is 'n koffertje voor schaatsen.
1:33:37
Waarom schaatsen ?
1:33:41
Wat heeft Gregor
met schaatsen te maken ?

1:33:45
Hij had geen tijd om dat vaIse
koffertje te Iaten maken.

1:33:50
De Russen hebben 't gemaakt.
1:33:54
De Russen hebben 't gemaakt.
1:33:59
We voIgen de verkeerde Iui.

vorige.
volgende.