:28:02
Nou en ? Ik schrijf toneelstukken,
dan mag ik best wat drinken.
:28:10
Hoe ken je Miss Cross, krullenbol ?
:28:13
Van Harvard.
:28:15
Goed. Ik schrijf en regisseer toneel,
dus ik scoor ook.
:28:19
Mogen we afrekenen ?
:28:21
Wat moet dat ?
- Afrekenen.
:28:24
Niks hoor. Mijn dank voor uw begrip.
We zouden met z'n drieën zijn...
:28:30
... maar er sloot zich iemand aan.
:28:33
Geen probleem.
:28:37
Dat is grof, Max.
:28:39
Helemaal niet. Waarom kom je
met die meneer naar mijn stuk...
:28:44
... en naar mijn dineetje...
:28:47
Zal ik je de room doorgeven ?
:28:51
Wat heb jij ?
- En andersom ?
:28:54
U kwetst me. Dit was mijn avond.
:28:58
Hoe heb ik je gekwetst ?
:29:03
Ik heb 'n stuk geschreven.
:29:09
En ik ben verliefd op u.
:29:43
Verstopte u zich ?
:29:45
Ik wilde de les niet verstoren.
:29:50
Wat schilder je ?
:29:52
Dat is een kwal.
:29:56
Wat kan ik voor u doen ?
:29:58
Max wil u spreken.