:53:02
Tuurlijk.
:53:04
Ze werd verliefd op 'n ander.
:53:09
En niet zomaar iemand.
:53:12
M'n beste vriend en zakenpartner.
:53:15
Wat deed je ?
:53:18
Ik trok me terug
en gaf ze m'n zegen.
:53:23
Zijn ze nog bij elkaar ?
- Nee.
:53:27
Maar ik heb ze nog wel
mijn deel van de zaak verkocht.
:53:32
En hier heb ik
m'n eigen vliegtuig gekocht.
:53:35
Het beste dat me ooit is overkomen.
:53:40
Er zijn nu twee boten.
- Twee boten ?
:53:43
Twee boten.
:53:46
Kijk. Dit is fantastisch, hè ?
:54:02
Zitten. We moeten meteen weg.
:54:05
Waar heb je 't over ?
:54:09
Grote god.
:54:14
Wie zijn dat ?
- Piraten.
:54:18
Zeerover-piraten ?
:54:20
Smokkelaars, dieven.
Ze overvallen boten.
:54:25
Ze hebben iemand vermoord.
:54:27
Ze zullen ons ook vermoorden.
Omdat we ze hebben gezien.
:54:53
Hij heeft me gezien.
- We hebben bezoek.