:28:05
Schone slaapster, word wakker.
:28:07
Waar is je broer ?
:28:11
Ik weet het niet.
:28:19
- Wat als hij ontvoerd is ?
- Hij is niet ontvoerd.
:28:21
Hij verstopt zich.
:28:23
- In het kasteel.
- Goed idee.
:28:26
Raak me niet aan.
Je brengt ongeluk.
:28:58
Oké, kijk heel goed.
:29:20
- Mama !
- Hallo, schat.
:29:25
- Is alles oké ?
- Ik wist wel waar ik was.
:29:28
- We vonden hem in de dierentuin.
- Mijn hemel.
:29:32
Hou hem vast.
Verlies hem niet uit het oog.
:29:35
Het spijt me zo.
:29:36
Ik zeg het maar één keer.
Luister heel goed.
:29:40
Die vrouw mag niet meer
bij mijn kinderen blijven.
:29:44
Onze kinderen.
:29:45
Besef je wat er
had kunnen gebeuren ?
:29:48
Gelukkig vond de politie hem,
in plaats van een gestoorde.
:29:52
Maak het niet erger.
Ze voelt zich vreselijk.
:29:55
- Het kon iedereen overkomen.
- Mij niet.
:29:57
Iedereen maakt wel 's een fout.
:29:59
Ik wil niet dat onze kinderen...