1:11:01
Het was fout.
1:11:02
Iedereen maakt fouten.
1:11:05
Waar is Isabel ?
1:11:06
- Wat ?
- Het is donderdag.
1:11:08
Ze had ons moeten afhalen.
1:11:10
Ik blijf bij mama.
1:11:11
Ze gaat dood.
Nu is Isabel je moeder.
1:11:14
Zeg dat niet.
1:11:21
Laat je mama niet in de steek.
1:11:24
Nee, dat is jouw werk.
1:12:12
- Sorry dat je ziek bent.
- Wat ?
1:12:14
Het spijt me dat je ziek bent.
1:12:16
Ik hoor je niet.
1:12:18
Zet de muziek dan af.
1:12:24
Wat ?
1:12:26
Ik zei...
1:12:27
Het spijt me dat je ziek bent.
1:12:31
Ik dacht dat je dat zei.
1:12:35
Wat doen jullie ?
1:12:37
Marvin en ik oefenen onze act in.
1:12:39
Ja, Tammi.
1:12:43
Dat is Isabels liedje.
1:12:45
Isabel kent de woorden wel,
maar ik vond de bewegingen uit.
1:12:49
Nietwaar, Marvin ?
1:12:50
Juist, Tammi.
1:12:52
Weet je...
1:12:54
We zoeken nog iemand
voor het achtergrondkoor.
1:12:57
- Nietwaar, Marvin ?
- Ja, Tammi.