The Horse Whisperer
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:28:16
Je bent nog laat op.
- Is 't laat ?

:28:20
Hoe was 't ?
- Slaapt Grace ?

:28:22
Ze zeiden niets nieuws.
Ze spraken alleen harder.

:28:28
Waarom ben je dan gegaan ?
- Iemand moest gaan.

:28:32
Ze zijn nog steeds vrienden.
:28:41
Ik heb nagedacht. Laten we met
z'n drieën naar 'n warm oord gaan.

:28:46
Bermuda of de Bahama's.
Wat is er ?

:28:52
Niets.
Het lijkt me geen goed idee.

:28:57
Grace zou jurkjes
of 'n korte broek aan moeten.

:29:06
Wat is er ?
:29:10
Ik wil met Pilgrim naar
die paardenman in Montana.

:29:16
Ik meen 't.
:29:18
En je vond 'm niet aardig
over de telefoon.

:29:21
Klopt.
Ik wil Grace meenemen.

:29:26
Dat meen je niet.
- Liz heeft 'n trailer.

:29:29
Heb je 't al geregeld ?
- Ik heb 't uitgezocht.

:29:32
Met 'n dol paard ?
- Overdrijf niet.

:29:35
Ik kan niet weg.
- Dat vraag ik niet.

:29:38
Wou je alleen gaan ?
:29:41
Hij wordt verdoofd.
- En het tijdschrift ?

:29:45
Ik hou toezicht vanuit Montana.
- En Grace ?

:29:50
Ze heeft geborgenheid nodig.
- Die dokter bereikt ook niks.

:29:54
Het heeft tijd nodig.
- Kan me niet schelen.

:29:58
Ik blijf niet doen alsof alles
in orde is. We moeten wat doen.


vorige.
volgende.