Analyze This
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:00:01
-Carlo. . .?
-Genoeg. Ga zitten.

1:00:07
We zijn samen opgegroeid.
Hij is als een neef voor me.

1:00:13
-Ik ben ook je neef.
-Dat zeg ik. We hebben een band.

1:00:18
Als hij iets nodig heeft,
dan regel ik het voor hem.

1:00:23
-Heb je dat ene ook geregeld?
-Je vriend zit erbij.

1:00:28
-Geregeld.
-En dat andere?

1:00:30
-Eerst moet dat eerste rond zijn.
-Deed die kerel moeilijk?

1:00:35
Die van dat eerste?
Die is geschift.

1:00:38
Wat zei hij? Dus je zei
dat het niet in orde was?

1:00:41
-Wat nu?
-Smoor die ellende in de kiem.

1:00:45
Als dat eerste goed komt,
volgt het tweede vanzelf.

1:00:51
-Hou je mond hierover.
-Over het eerste of het tweede?

1:00:56
-Heel grappig.
-Daar zit Stevie Beef.

1:01:00
-De rotzak.
-De vieze, gore. . .

1:01:02
-Hufter.
-Klootzak.

1:01:05
We gaan 'm even begroeten.
1:01:09
Hoe is het, Steve?
1:01:11
Dit is een bijzonder tentje.
Komen jullie hier vaak?

1:01:15
Het heeft een speciale betekenis
voor Paul.

1:01:19
Hier is z'n vader koud gemaakt.
1:01:23
-Mag ik dat niet zeggen?
-Wacht eens.

1:01:29
-Is z'n vader vermoord?
-Aan tafel, met z'n familie erbij.

1:01:38
-Dus Paul was er ook bij.
-Hij praat er niet graag over.

1:01:50
-Waar ga je naartoe?
-Naar de wc.

1:01:53
Ga zitten. Ik ga met je mee.

vorige.
volgende.